Blog

De verhalen

Als je rechts of links van de dijk kijkt, zie je grasland, met specifieke grassoorten, die veel eiwit bevatten, dus goed voer voor de koeien. Een boer maait zo’n 4 a 5 keer per jaar het gras. Na het maaien wordt het gras geschud (om goed te laten drogen). Daarna wordt het verzameld (“op een wiers gelegd”), waarna het “gekuild” (denk bijvoorbeeld aan een grote bult, afgedekt met landbouwplastic, verzwaard met autobanden) of het wordt in rollen of pakken verzameld. Het kuilvoer is krachtvoer voor de winter en de rollen/pakken worden ook als voer gebruikt. Hoe beter het voer, hoe beter en hoe meer melk.

Maar je kunt er ook kanttekeningen bij plaatsen. Hoe hoger de productie, hoe lager de prijs en uiteindelijk bepalen 7 grote inkooporganisaties voor 16 miljoen mensen hoeveel de boer ontvangt en de vraag is of het belang van de koe of zelfs het belang van de boer daar mee is gemoeid. Weliswaar gaven de koeien vroeger minder melk, maar de weiden waren meer kruiden- en bloemrijk. Dat betekende dus ook goed voedsel voor de vogels, schuilplaatsen voor hazen en kleine zoogdieren. Bloemen voor de bijen die op hun beurt weer voor de bestuiving van de fruitbomen en groentegewassen zorgen. Deze dieren zijn nu veelal uit beeld verdwenen. Het betekende ook een goede structuur van de ondergrond, kruiden met een sterk en lang wortelgestel, zorgen voor een goede wateropname en gaan verdrassing én verdroging tegen. Het gekke is dat de koeien van de boeren die overgestapt zijn op meer biologisch boeren en hun kruiden laten staan, weliswaar minder melk geven, maar wel van een goede kwaliteit. Bovendien zijn ze ook minder vatbaar voor ziekten, minder bezoek van de vee-arts.

Weidebeheer -2