In het Kromme Rijn gebied werden op natte delen hakhoutpercelen aangelegd. Om de zoveel jaar werd het hakhout net boven de grond afgezet (gekapt), voor verschillende doeleinden. Essenhakhout werd veel gebruikt voor stelen van gereedschap zoals bijlen, hamers en voor bezems. Ook andere houtsoorten werden veelvuldig gebruikt tot de opkomst van kunststof, plastic. Eikenhakhout bijvoorbeeld werd veel gebruikt in ovens, wilgentenen voor matten, manden en korven en ook wel als zetstukken voor de dijkenbouw. Er zijn nog maar 3 plaatsen in het Kromme Rijngebied waar men essenhakhout kan vinden: Op landgoed Beverweerd, in Overlangbroek nabij de wetering en in Amerongen op landgoed Kolland. Vanwege een schimmel sterven essentakken langzaam af en blijft er een doods bos over. Tot nu toe heeft men er nog niets op gevonden. Toch laat men ze staan om dat men hoopt dat er toch nog essen zijn die het overleven. De stobben (afgezette boomstronken) laat men ook staan. Deze zijn waardevol vanwege specifieke mossen die zich alleen maar op essenstobben ontwikkelen.